Chiang Rai, 1 augustus
1 augustus 2019 - Chiang Rai, Thailand
We hadden gisteren overdag al een paar flinke buien gehad terwijl we (gelukkig) in de bus zaten. Gisteravond na het tokken viel het er met bakken uit en dat is zo de halve nacht doorgegaan, met af en toe wat bliksem en gedonder erbij. ‘s Morgens was het gelukkig weer droog. Na een lekker ontbijt (met sandwiches en monchoutaart!) stappen we weer in de taxi. We rijden naar een “dorpje” waar verschillende bergstammen samen leven. Ook hier is het weer erg toeristisch. Er wonen 5 bergstammen bij elkaar: Akha, Lu Mien-Yao, Long Neck Karen, Kayor en Lahu.
We beginnen bij het Akha bergvolk. In hun huisjes hebben ze allemaal souveniertjes te koop die ze (te) graag aan ons willen slijten. Ze kijken er niet erg vrolijk bij. Even later wordt de hele stam opgetrommeld om voor én met ons muziek te maken.
Rutger, Rhona en Chloë zijn de vrolijkste van het stel! Uiteraard is er daarna de vraag om een “tip”.
De volgende stam is Lu Mien-Yao. (Die hebben denk ik een bezoekje aan Volendam gebracht...) We worden aangekleed in hun klederdracht voor een groepsfoto. Deze mensen zijn erg vriendelijk en dringen zich niet zo op aan ons.
De derde stam is Lahu. Deze beginnen meteen met een soort volksdans (de Thaise variatie op volksdansgroep De Vlijt). Niet van harte, overigens. Gelukkig is er een jonge moeder met twee mooie kindjes bij die de boel wat opfleurt.
De kleinste stam is hier de Kayor (zo lijkt het tenminste, of de rest was nog niet wakker?). Deze stam kenmerkt zich door de grote gaten in hun oorlellen. Hoe groter, hoe mooier. Ze zijn vooral bezig met het weven van sjaals die ze uiteraard aan de toeristen verkopen. De wol wordt door hen zelf gesponnen en gekleurd.
Tussen de verschillende stammen in waren wat speelplekken voor hun kinderen, de dieren leven weer onder hun huizen en er stond nog een oude auto die zo uit de film Cars kon komen. Ook kwamen we langs het schooltje waar de kinderen van de bergstammen les krijgen. Deze nieuwe generatie leert ook Engels waardoor ze later wat gemakkelijker een baan kunnen vinden.
Het laatste bergvolk is het bekendste, de Long Neck Karen (spreek uit: gkajèn i.p.v. Karen). Ze dragen koperen ringen om hun hals. Het lijkt daardoor of ze een langere nek krijgen, maar eigenlijk worden hun schouders naar beneden geduwd. Nu zijn het koperen ringen, maar vroeger waren ze van goud. Ze wegen behoorlijk wat, ruim 2 kilo. En in het dorpje zien we nog bredere/hogere ringen. Ook hebben sommige vrouwen ringen om hun benen.
Sawati Ka (hallo)
Gon Koen Ka (dank je wel)
Rhona mag ook even proberen hoe zwaar de ringen zijn. Hierna lopen we terug naar het beginpunt waar we onze schoenen kunnen schoonspoelen van de rode klei. Gelukkig waren we hier vroeg en zijn we de eerste bezoekers op deze dag, maar je moet er toch niet aan denken dat je elke dag van 9.00 tot 17.00 uur zo bekeken wordt en dat dan iedere dag opnieuw. Het loont wel, want naast de entreeprijs blijft er heel wat “tip- en fotogeld” achter bij deze bergstammen.
Het volgende wat op de agenda staat is een bezoek aan de theeplantage. Vroeger werd er in deze streek veel op opium geteeld. De overheid stimuleert nu de bevolking om in plaats daarvan koffie en thee te verbouwen. De theeplantage ziet er prachtig verzorgd uit. Het is jammer dat er vandaag geen thee geplukt wordt, want daar had ik wel op gehoopt.
We rijden naar Wat Rong Khun, oftewel “de witte tempel”.
Een moderne, opvallende (kitscherige) Boeddhistische tempel welke ontworpen is in 1997 door Chalermchai Kositpipat. Hij is verslaafd geweest aan alcohol en drugs en is om af te kicken als monnik een Boeddhistisch klooster ingegaan. Na succesvol te zijn afgekickt is hij nu weer monnik af. Als dank aan Boeddha is hij deze spierwitte tempel gaan bouwen.Hij is wit om de reinheid van Boeddha weer te geven. Met wit mozaïek (gecombineerd met spiegeltjes) wordt de wijsheid van Boeddha weerspiegeld.
De bouw van het hele complex (9 gebouwen met ieder een eigen betekenis) is naar verwachting pas compleet rond 2070. Bij de ingang hangen allemaal gezichten in de bomen.
Daarna loop je naar het hoofdgebouw met links een vijver gevuld met een soort van spookachtige schedels en rechts een vijver met allemaal uitgestoken handen die om hulp lijken te vragen. Een hand heeft een roodgelakte nagel.
Daarna lopen we stapvoets (zo druk is het er) de brug over met draken richting de ingang van de tempel.
Binnen mag niet gefotografeerd worden. Dat is erg jammer, want hoe kitsch de buitenkant is, zo mooi, warm en bijzonder is de binnenkant geschilderd. Er staan veel onverwachte afbeeldingen op de wanden, zoals bv Michael Jackson en astronauten. In de tempel worden al zijn nachtmerries, waanbeelden en angsten weergegeven die de architect had toen hij nog verslaafd was. Als je de tempel binnenkomt is de muur waar je tegenaan kijkt de muur van al het goede, de verlichting, Boeddha dus. Op de muur waar je door naar binnenkomt staat een enorm schilderij van het kwaad, terwijl de zijwanden de weg naar de verlichting verbeelden. Heel indrukwekkend.
Hierna loop je de tempel weer uit en zie je een mooie tuin.
Richting de uitgang staat een gouden toiletgebouw. Rhona vond het de mooiste toilet die ze ooit heeft gezien. Helaas had ik geen hoge nood, dus ik heb het niet van binnen gezien. Ook staan er een soort van “kerstbomen”, ze hangen vol met “lucky leafs” waarop bezoekers wensen hebben geschreven. Ik heb ook 2 blaadjes gekocht voor Marijn & Rhona. Hopelijk brengen ze inderdaad geluk.
Bij de uitgang zien we nog twee bekende gezichten in de boom hangen. Arnold Schwarzenegger als Terminator en Spiderman. En een idee van de stijl van de schilderingen aan de binnenkant.
Het is in inmiddels hoog tijd voor een lunch. Zo mooi en lekker als het gisteren was, zo niks is het vandaag. Gisteren was het een toppertje en vandaag een floppertje... We begrijpen de keuze van de gids niet, maar we doen het ermee.
Na de lunch rijden we richting Chiang Mai waar hij ons naar een zilverfabriek brengt omdat we hadden aangegeven nog wat armbandjes te willen. Ook weer een flop. We krijgen in 2 minuten uitleg over het proces van zilversmeden waarna we heel gauw een mega grote winkel in worden geloodst. Daar zijn de prijzen zelfs hoger dan in Nederland. Aan “discount” hebben we dan niet zoveel. We gaan dus zonder aankopen de fabriek weer uit.
We worden weer “thuisgebracht” bij het Empress hotel in Chiang Mai, want we checken daar nu voor de derde keer in. Dit keer voor een korte nacht want om half 5 ‘s morgens staat de taxi alweer op ons te wachten voor de binnenlandse vlucht naar het zuiden van Thailand.
Foto’s
2 Reacties
-
Michel:11 augustus 2019Jammer, die rijke hollanders gaan niet behangen naar huis.
-
Gerard gerry:11 augustus 2019Mooi verhaal leuke foto's morgen weer naar huis nog veel plezier lieve groetjes van ons