Sanur - Belimbing

Na een lekker nachtje, een echte frisse (lees koude) douche en een ontbijtje gaan we op pad. Gelukkig hadden Rhona en Marijn wel een warme douche. We rijden de binnenlanden van Bali in richting Belimbing.

Waar we ons in Thailand verbaasden over de hoeveelheid tuktuk’s in het verkeer, zijn dat in Bali de hoeveelheid brommers. Soms helemaal bepakt alsof het een vrachtwagentje is. Het rijdt allemaal door elkaar heen en lijkt levensgevaarlijk. In het dorpje Batubulan stoppen we al om 09.30 uur voor een traditionele Barong-dans. Een belangrijk onderdeel van de Balinese cultuur. In de dans (maar voor ons leek het meer een toneelstuk) speelt het leeuwachtige wezen ‘Barong’ de hoofdrol, een belangrijk karakter in de Balinese mythologie. 

Hierna gaan we verder naar de Koninklijke tempel van Mengwi, een hindoetempel in de kenmerkende Balinese bouwstijl. Een mooie tempel, maar vooral  ook door de  mooie omgeving met prachtige  planten en bloemen.

Na weer een half uurtje in de bus stoppen we voor de lunch en lopen daarna naar de beroemde Tanah Lot Tempel. Deze tempel  staat op een rots aan de kust van Bali, omgeven door de getijden van de Indische Oceaan. Doordat het nu laag water was, hebben ze er naar toe kunnen lopen. 

Een stukje verderop kan onze gids Anom Marijn verleiden om een dikke gele zware Python om zijn nek te laten leggen. Natuurlijk goed vastgelegd op foto. 

We reizen ‘s middags via een mooie route naar Belimbing. Een prachtig landschap met koffie- en cacaoplantages en heel veel rijstterrassen die als lappendekens over de heuvels liggen. Toch weer heel anders dan in Thailand.
Bij het hotel aangekomen, kunnen we nog net even zwemmen voordat het donker wordt. Om 6 uur is het nog licht en om 7 uur pikkedonker. Nu gaan we eten in het hotel, want er is verder niets in de buurt.